navigatie
Shalom Allemaal! Woordenlijst
vr 28/04/23
deel op
Ga direct naar de volgende sectie
Bar mitswa
= religieuze meerderjarigheid van joodse jongen
Challe - challa
= gevlochten sjabbatbrood
Chamets - chometz - chametz
= voedsel dat gegist deeg bevat
Chassidisch - chassidisme
= ultra-orthodoxe stroming jodendom
Doula
= vrouw die ondersteuning biedt bij zwangerschap
Eroev
= omheining woongebied waarbinnen voorwerpen gedragen mogen worden tijdens de sjabbat
Etrog
= citrusvrucht gebruikt bij Soekot
Goj
= niet-jood
Kasjeren
= ritueel geoorloofd maken
Keppel
-
kippa
= hoofddeskel joodse man
Koosjer - kosher
= ritueel geoorloofd
Latkes
= gefrituurde aardappelkoekjes
Lechajim
-
lechaim
= proost
Loelav
= palmtak of plantenbundel voor Soekot
Matze - matse
= plat brood dat niet gerezen is
Mezoeza, mezoezot (mv)
= tekstkoker aan deurpost
Mikwe - mikwa
= ritueel bad
Minjan
= quorum van 10 mannen voor bepaalde gebeden
Misjna
= leer, verzameling joodse wetten
Pesach
= joods paasfeest
Rabbijn
= joodse geleerde
Seder - seider
= maaltijd op eerste avond Pesach
Sederavond - seideravond
= eerste avond Pesach
Sjabbat - sabbat - sjabbes - Shabbat
= joodse rustdag
Soeka
= loofhut
Sjavoeot
= joodse wekenfeest zeven weken na Pesach
Shalom - sjalom
= vrede
S'chach - schach
= dak soeka
Sjtreimel - shtreimel
= joodse bonten hoed
Sjabbeslamp
= speciale lamp voor tijdens sjabbat
Talmoed
= gezaghebbend joods boek met commentaren
Tefillien - tefillin
= gebedsriemen
Thora - Tora - Torah
= joodse bijbel
Toivelen
= ritueel reinigen
Talliet
= vierkante gebedsdoek
Tsitsit - tzitzis - tzitzit
= franjes van gebedsdoek